N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Donateursfondsen Culturele instellingen die geld van donateurs beleggen, verloren in 2022 fors op de beurs. Het Rijksmuseum Fonds, dat bijdroeg aan de aankoop van ‘De Vaandeldrager’, komt nu reserves tekort. Meer donaties moeten dat gat gaan vullen.
Nooit eerder kocht de Nederlandse staat, of welke Nederlandse culturele instelling dan ook, zo’n duur kunstwerk als De Vaandeldrager. Het schilderij van Rembrandt uit 1636 werd vorig jaar voor 175 miljoen euro gekocht van de Franse bankiersfamilie De Rothschild, nadat directeur Taco Dibbits van het Rijksmuseum er zijn oog op had laten vallen.
De verdeling van de kosten was bij voorbaat afgesproken: de staat betaalde het leeuwendeel, maar ook de Vereniging Rembrandt en het Rijksmuseum – waar het schilderij sinds juni hangt na zijn tournee langs de provincies – droegen bij. De Vereniging Rembrandt legde 15 miljoen in, het Rijksmuseum 10 miljoen euro.
Het was een „uitzonderlijke” aankoop, zegt Jorien Huisman van het Rijksmuseum Fonds, het speciale steunfonds waaraan donateurs en andere sponsoren hun bijdragen leveren. Niet eerder gaf het fonds in één klap zo’n bedrag uit.
Het kwam alleen wel op een ongelukkig moment: 2022 was door de hoge inflatie en de oorlog in Oekraïne wereldwijd ook een uitzonderlijk slecht jaar voor de beurs – en dus voor grote culturele fondsen die hun inkomsten doorgaans beleggen. Het Rijksmuseum Fonds verloor 4 miljoen euro op zijn aandelen en obligaties (een verlies van 12 procent).
Het gevolg: er is ongeveer 2,5 miljoen euro te weinig in kas voor wat het Rijksmuseum Fonds een „solide en langjarige gezonde bedrijfsvoering” vindt, zo blijkt uit de onlangs gepubliceerde jaarrekening.
„Het is niet dat het fonds nu leeg is”, licht Huisman (zij is hoofd particuliere schenkingen) toe tijdens een gesprek op het kantoor met uitzicht op de tuinen van het Rijksmuseum. „We hebben nog steeds geld en ook voor specifieke doelen. Bijvoorbeeld voor Aziatische kunst, voor educatie, voor de tuin. Maar het is wel belangrijk dat het fonds weer aangevuld wordt.”
Stabiliteit
Vriendenfondsen zijn gebruikelijk bij grote Nederlandse culturele instellingen. De grootste ontvangen jaarlijks miljoenen aan schenkingen, vaak van filantropen of cultuurfondsen. Zulke donaties laten zich niet goed plannen – denk aan erfenissen – zodat de inkomsten sterk van jaar tot jaar fluctueren.
Een eigen vriendenfonds of -stichting zorgt dan voor stabiliteit: het fonds werft de donaties en houdt reserves aan voor diverse doelen. Elk jaar ontvangt het museum, orkest of gezelschap uit zijn eigen fonds een stabiel bedrag om te besteden aan allerlei projecten. ‘Development’ (relatiebeheer en fondsenwerving) is een serieuze zaak: het Rijksmuseum, bijvoorbeeld, heeft er 35 mensen voor in dienst.
Sommige van die instellingen (vooral grote musea, maar ook het Concertgebouworkest) hebben in de afgelopen decennia zo veel vermogen opgebouwd, dat ze dat beleggen. Meestal zijn die aandelen en obligaties een bron van inkomsten.
Ook de Foundation Concertgebouworkest had het afgelopen jaar last van het slechte beursklimaat
Maar in 2022, toen de belangrijkste Nederlandse beursindex (de AEX-index) bijvoorbeeld bijna 14 procent verloor, zagen de culturele instellingen miljoenen verdampen uit hun beleggingsportefeuilles. Ook musea als het Van Gogh Museum (2,6 miljoen euro verlies op beleggingen) en het Scheepvaartmuseum (1 miljoen euro) merkten dat.
Acute financiële problemen levert dat voor zover bekend niet op. Volgens het Rijksmuseum is „eerst sparen en dan uitgeven” de normale cyclus van het fonds. Maar de beleggingsverliezen en de aanhoudende hoge inflatie versterken wel een bestaande trend: de instellingen hebben donateurs en sponsoren harder nodig. Huisman: „Natuurlijk kost het weer tijd om zo’n pot te vullen. We kunnen dit soort dingen alleen doen dankzij schenkingen.”
Muziekinstrumenten
Ook de Foundation Concertgebouworkest had het afgelopen jaar last van het slechte beursklimaat, vertellen Anne Christin Erbe en Jakob Treffers op het kantoor van het symfonieorkest. Erbe is bij het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO) hoofd ‘development’ (fondsenwerving), Treffers is penningmeester van de steunstichting.
De Foundation Concertgebouworkest, opgericht in 1963, is waarschijnlijk de oudste steunstichting uit de Nederlandse cultuursector. De Foundation besteedt intussen jaarlijks zo’n 4 miljoen euro aan projecten als educatie, talentontwikkeling en artistieke producties, naast aankoop van (hoogwaardige) muziekinstrumenten.
Door het slechte beursjaar 2022 verloor de Foundation 2,3 miljoen euro op zijn beleggingen. „Een verlies is nooit leuk”, zegt Treffers. „Maar het zou pas een probleem worden als we dit drie, vier jaar achtereen zouden hebben.” Zowel het Rijksmuseum als het KCO voorzien dat ze de komende jaren nog evenveel als voorheen zullen bijdragen aan projecten. „Het geld op de bank biedt nog voldoende comfort”, zegt Treffers.
Maar net als het Rijksmuseum heeft ook het KCO behoefte aan extra geld van donateurs, vertelt Anne Christin Erbe, wier afdeling 13 mensen telt. „Onze educatieprojecten en de Academie [het eigen opleidingsinstituut, HvS] zijn vrij kostbaar, en we financieren steeds meer bijzondere artistieke projecten.”
Natuurlijk kost het tijd om zo’n pot te vullen
Jorien Huisman hoofd particuliere schenkingen Rijksmuseum Fonds
Erbe zou de inkomsten van de Foundation liefst jaarlijks met 10 procent doen groeien. Dat gaat niet vanzelf: de Foundation bevindt zich in een „steeds competitiever landschap”, schrijft het Concertgebouworkest in zijn laatste jaarverslag. Erbe: „Alle instellingen zijn op zoek naar fondsenwervers, en allemaal richten ze zich op hetzelfde culturele publiek.”
Toekomst van filantropie
Experts op het gebied van fondsenwerving klinken toch positief over de toekomst van filantropie. De huidige decennia zijn een golden age of philantropy, benadrukt Vera Peerdeman. Ze is oprichter van Nassau Fundraising, een bureau dat goede doelen ondersteunt bij fondsenwerving. „Nederland is aan het vergrijzen. Een grote groep mensen denkt na: wat kan ik met mijn vermogen doen?” De trend is dat er steeds meer gegeven wordt. „En veel goede doelen verwachten dat die lijn doorzet.”
Theo Schuyt, hoogleraar filantropie aan de Vrije Universiteit, beschrijft die trend in het onderzoek Geven in Nederland dat zijn team sinds 1997 tweejaarlijks publiceert. „De babyboomgeneratie die bijna naar de hemel gaat, heeft ontzettend veel geld.” Uit de recentste editie van de studie blijkt dat het totaalbedrag dat fondsen, bedrijven en particulieren doneren aan de culturele sector is toegenomen van 95 miljoen euro in 1997 naar 401 miljoen euro in 2020. Dat is een toename van 6,5 procent per jaar (niet gecorrigeerd voor inflatie). Vooral uit nalatenschappen nemen de giften relatief snel toe.
Schuyt verwacht niet dat de huidige prijsstijgingen, die de koopkracht onder druk zetten, negatief zijn voor filantropie. „Dat gebeurde tijdens de financiële crisis van 2008 ook niet.” Wel ziet hij als risico dat het (demissionaire) kabinet de aftrekbaarheid van giften verder zou inperken. „Dit kabinet voedt een klimaat van fiscale ontmoediging.”
Rijksmuseum verwacht groei
Het Rijksmuseum Fonds, dat de komende jaren zijn reserves weer moet aanvullen, rekent op een sterke groei van zijn inkomsten uit donaties. In recente jaren gaven particulieren (de grootste geldschieters van het Rijksmuseum) gemiddeld 5 miljoen euro. Voor de komende vijf jaar verwacht het museum dat dat naar ruim 7,5 miljoen euro per jaar stijgt: een toename van 50 procent ten opzichte van de periode 2018-2022. Ook de bijdragen van cultuurfondsen worden volgens de prognoses bijna 50 procent hoger.
Lees ook: Anonieme particulier schenkt Rijksmuseum de komende jaren in totaal 12,5 miljoen euro
„Omdat we een goede relatie hebben met onze grootste particuliere donateurs en voortdurend met hen in gesprek zijn, kunnen we doorgaans redelijk inschatten wat eraan komt”, zegt fondsenwerver Jorien Huisman erover. „En uit de Vermeer-tentoonstelling, die een enorm succes was, zijn ook nieuwe schenkingen voortgekomen.”
De bijdragen van cultuurfondsen zijn minder voorspelbaar, vult haar collega Sophie van Doornmalen aan. Ze schuift tijdens het gesprek even aan, want de cultuurfondsen, zoals het Prins Bernhard Cultuurfonds en Ammodo, zijn haar terrein. Zulke fondsen financieren doorgaans specifieke projecten die bij hun eigen doelstelling passen. „Het is moeilijk om daar een prognose voor te geven”, aldus Van Doornmalen. „Onze invloed op wat de fondsen doen, is beperkt.”
Fondsenwervingsexpert Vera Peerdeman noemt de voorziene sterke toename van de donaties aan het Rijksmuseum (waarbij ze niet zakelijk betrokken is) „een interessante verandering”. „Ik heb daar geen mening over, maar ik snap wel dat het museum positief is. Vermogende mensen denken steeds bewuster na over hoe ze willen geven, en hebben dan ook de neiging om méér te geven aan het doel, zoals cultuur, dat zij belangrijk vinden.”
Lees ook: Bedragen van museale aankopen onthuld: betalen Nederlandse musea niet veel te veel?
Het Rijksmuseum staat nog altijd ferm achter het besluit om 10 miljoen euro uit te geven aan De Vaandeldrager, ook al viel die aankoop in het slechte beursjaar 2022.
„We hebben een fantastisch werk aangekocht en dat is nu voor iedereen te zien. Dit is waar het fonds voor is bedoeld”, laat de directie weten.
Vera Peerdeman heeft veel begrip voor dat besluit. „Ik zou willen dat meer fondsen zo veel lef hebben om hun missie te volbrengen”, zegt ze. „De meeste fondsen vinden het heel spannend om een dergelijk groot financieel risico te lopen. Ze houden over het algemeen flinke reserves aan. Maar grote gevers willen juist dat hun geld nódig is, dat het besteed wordt.”